Japanse encefalitis
Japanse encefalitis is een hersenontsteking die bij reizigers weinig voorkomt. De ziekte wordt door een mug overgebracht en komt bijna alleen in Azië voor. Vooral op het platteland in de buurt van rijstvelden loop je kans gestoken te worden. Het vaccin wordt alleen aangeraden aan mensen die beroepshalve (bijvoorbeeld biologen, landbouwdeskundigen of antropologen) meer dan een maand in risicogebieden werken. Als je in een risicogebied langer dan 6 maanden verblijft, is vaccinatie ook te overwegen. Het overgrote deel van de mensen die geïnfecteerd zijn, merkt niets van de ziekte. Vijf tot 15 dagen nadat je bent gestoken door een geïnfecteerde mug, kun je last krijgen van koorts, hoofdpijn en krachtsverlies, gedragsveranderingen en soms stuipen. Japanse encefalitis komt voor in Zuid- en Zuid-Oost Azië. In Australië komt het alleen in klein deel van het land voor, vlak bij Straat vanTorres. Ook in Rusland, ten oosten van China en ten noorden van Japan komt het in een klein deel van het land voor.
Vaccin Japanse encefalitis
Er is een vaccin tegen Japanse encefalitis. Dit zijn twee injecties met een tussenpoos van vier weken. De beschermingsduur is nog niet bekend. Bij aanhoudend risico loopt moet na 1 tot 2 jaar opnieuw gevaccineerd worden. Vaccinatie mag alleen onder medische begeleiding worden toegediend, en wordt om die reden bij Vaccinatiepunt niet gegeven. Wel wordt er vastgesteld of er bij een een indicatie is voor vaccinatie en wordt u zo nodig doorverwezen.